SCHIJNWERPER OP.... Arnold van den Akker

Binnen onze club speelt naast de tractor ook de stationaire motor een grote rol. Daarom zijn we deze keer beland bij Arnold van den Akker in Bergharen. Hij is een grote liefhebber van de stationaire motor. Hij knokt er dan ook voor om de aandacht van deze liefhebberij te vergroten. De redactie ging dan ook op bezoek bij Arnold thuis, waar hij uitgebreid kon vertellen over zijn liefhebberij. Wij zijn aangeschoven aan de keukentafel waar Arnold samen met zijn zoon Harold en collega-stationaire motor-liefhebber Peter Daamen ons verwelkomen met een kop koffie. Ze hebben al wat documentatie uit de kast gehaald voor het interview.

 

Vragen stellen is er bijna niet bij. Arnold is zo enthousiast dat hij uitgebreid verslag doet. Het is in 1998 allemaal begonnen met de aanschaf van een oude trilplaat, voor straatwerk, waarop een andere motor moest komen om deze zo weer te kunnen gebruiken. Er kwam een oude Bernard motor en een oude B&S. Ze belandden echter nooit op de trilplaat. Het reviseren en opknappen bleek erg leuk te zijn.

Na een bezoek aan een van onze Historische Weekenden in Herveld was het hek van de dam. Hieruit blijkt maar weer dat onze Historische Weekenden telkens mensen weten te besmetten met het verzamelvirus van de oude landbouwtechniek. Op deze show leken de Wolsey verdampers en de Deutz 711 hem wel wat. Arnold heeft de voorkeur gekregen voor motoren met een laag toerental en watergekoelde motoren met verdamper.

Arnold vd Akker

Arnold met de graanmolen uit 1911

De aanschaf van een Deutz MAH 711 kon dan ook niet lang op zich laten wachten. Deze kwam van een schip waar hij een ankerlier had aangedreven. Voor revisie laat men meestal eerst de olie uit de motor lopen. Arnold deed dat ook, alleen deze motor had een bijzonderheid. In plaats van olie bleken er drie emmers water uit de motor te komen. Hoe groot de emmers waren, zijn we vergeten te vragen, maar we kunnen aannemen dat het best veel geweest is. De motor bleek na inspectie verder weinig te mankeren, alleen ontbrak er een pennetje. Deze zijn nogal moeilijk te vinden, maar zonder dit pennetje loopt de motor echt niet. Voor veel geld kun je alles kopen, maar met een beetje geluk en een goede speurneus vind je soms nog wat voor een leuke hobbyprijs. Na een jaar vond hij precies dat pennetje wat hij zocht in Groningen. Voor 25 gulden (de oude munteenheid) kon de motor dan eindelijk aan het lopen gemaakt worden.

In "de Klep" trof Arnold een advertentie van een Deutz 916 van iemand uit Belgie. Afspraak gemaakt en op jacht dan maar. De motor die volgens de eigenaar goed was, bleek inderdaad goed voor de sloop. De motor was tot ieders verbazing van de cilinderkop tot het carter opengescheurd. Zonde van de twee uur durende tocht denkt u, nou niet helemaal! De man bleek ook nog een Lister te hebben waar hij best vanaf wilde. Arnold kon het op 50 gulden na niet eens worden met de koop. Zoon Harold, die ook mee was, wilde niet met lege handen naar huis en kon zijn vader overhalen tot aankoop van de motor. Na wat zoekwerk bleek het een motor uit 1911 te zijn. Maar goed dat Harold was meegegaan.

Door alle verhalen die we nu gehoord hebben, worden we nieuwsgierig. Arnold neemt ons dan ook mee naar de schuur waar zijn pronkstukken staan opgesteld. We treffen onder andere de Lister uit het verhaal en de Deutz. Vervolgens stuiten we op een motor die wat minder bekend is, namelijk een Jenbach. "De motor is vernoemd naar het plaatsje Jenbach in het Oostenrijkse Tirol," vertelt Arnold. Er worden nog steeds motoren gemaakt. Om zo'n motor te bemachtigen moet je wel geduld hebben en er veel energie in stoppen. Zo had Arnold ooit eens flyers aan de chauffeurs van Oostenrijkse skibussen uitgedeeld. Hieruit kwam in eerste instantie geen reactie. Driekwart jaar later kwam er toch bericht van iemand die er eentje wist te staan.

Een Jenbach van 20 PK. Arnold had contact met de desbetreffende persoon gezocht die er inderdaad een staan. "Lauft er?", "Ja, er lauft!" Wat "lauft" precies betekent, weet Arnold nu niet meer. Eenmaal in Oostenrijk aangekomen, bleek de motor geheel uit elkaar te liggen en ook nog eens incompleet te zijn. In elk geval had de man het niet over de motor. Tevens lag er ook nog een kapotgevroren versie. Van die twee was er nog steeds niet een goede van te maken.

jenbach

de Jenbach die wel "lauft"

De contactpersoon wist er ook nog een te staan bij een mechanisatiebedrijf. Dit was een Jenbach van 15 PK. Deze motor bleek wel compleet te zijn. De motor werd gekocht en meegenomen naar huis. De motor is geheel uit elkaar geweest. De pomp en de zuiger zaten vast. Er is dan ook een nieuwe zuiger en een nieuwe bus in gekomen, waardoor de motor nu weer als een zonnetje loopt. De zoektocht naar een 20 PK-versie is echter nog niet opgegeven. Dus lezers .....

Verder staat er in de schuur nog een oude Slavia, die hij via een Nederlandse man met een Tsjechische vrouw heeft weten te bemachtigen. De motor is in goede (nog) ongerestaureerde staat met een origineel onderstel. Het eerste contact vond plaats op 23 oktober 2004 en op 2e Pinksterdag 2005 stond de motor op de stoep in Bergharen. Dit kwam veelal door de papieren rompslomp voor industrieel erfgoed.

In de werkplaats treffen we nog een Lister CS diesel uit 1935 van maar liefst 3 PK. Toen Arnold het gevaarte hoorde lopen, was hij meteen van de slag (niet de motor). Deze staat er zo netjes bij dat zelfs de letters in het gietijzer er uitzien of het bestempeld is in de fabriek. Het recept op dit netjes te doen, had hij van een bevriende schilder. Hij legt ons uit hoe dat hij dit zo netjes voor elkaar kreeg.

Weer terug in huis laat Arnold ons nog even de vitrinekast zien waar hij nog wat modelletjes van motoren heeft staan. Hij vertelt ons dat het tentoonstellen van zijn motoren veel energie kost. Ze rijden immers niet zelf en ze moeten dus allemaal op een aanhanger gezet worden. Dit kost minstens een halve dag en dan moet je ook nog eens met z'n tweeen zijn.

lister

De prachtig gerestaureerde Lister

Voor het vervoer dichtbij zorgt zoon Harold, die zelf een Fordson Major met een zes-cilinder DAF-motor heeft. Voor verder weg heeft hij een bus, waar de aanhanger achter past.Over de stationaire motor kan nog veel meer verteld worden, maar we moeten allemaal de volgende dag weer vroeg op. We besluiten er maar een eind aan te breien. Arnold, Peter en Harold, we bedanken jullie voor de gastvrijheid en hopen jullie nog vaak te zien op een van onze evenementen, waardoor deze voor het publiek zeer afwisselend blijven.

Terug